|
||||||||
Ze zijn, voor zover ik weet, niet geweldig talrijk, de Baskische muzikanten wier naam tot hier bij ons in de Lage Landen reikt, maar de naam van Thierry Biscary lijkt stilaan toch her en der een lampje te laten knipperen, of het nu is als lid van groepen als Kalakan of onder de naam van Manez, het project waarmee hij een dik jaar geleden de hoogst interessante platen “Manez Eta Kobreak” en later “Manez B.” uitbracht. Nu is de man er met -zo denk ik toch- zijn debuut onder eigen naam, een dozijn zelfgeschreven liedjes in singersongwriter-formaat, allemaal handelend over “Muda”, wat het Baskische woord is voor “verandering” in het algemeen, maar wat net zo goed “rui” kan betekenen of “vervelling” of“stemmingswisseling”. Met andere woorden: verandering en de vele vormen die ze kan aannemen. Wat mij, na nogal wat beluisteringen, opvalt, is om te beginnen de stem van Biscary: die is gemaakt om verhalen te vertellen en ze straalt een soort gretigheid uit, die je weleens vaker aantreft bij mensen die gretig in het leven staan en dus per definitie vatbaarder zijn dan doorsnee voor alles wat met emoties te maken heeft. Zo’n mensen zijn gevoelig voor de pieken en dalen, die het leven met zich brengt en niet zelden zijn depressies en burn outs hun deel. In welke mate de liedjes van deze plaat echte gebeurtenissen vertellen, dan wel of het om fictieve situaties gaat, kon ik niet meteen achterhalen, mede omdat mijn kennis van het Baskisch compleet onbestaande is. Gelukkig brengt het CD-boekje enig soelaas: daarin staan de teksten ook in het Frans en het Engels afgedrukt en zo kun je toch een beetje volgen hoe het hoofdpersonage in “Mudatzen” (“wisselend”) terugkijkt op de jeugd, die hij achterliet en die hem “elk seizoen een laagje huis kostte”. “Tatuaia” (“Tatouage”) is dan weer geschreven vanuit vrouwelijk standpunt en vertelt over de nood om zich, na een kindertijd met misbruik als trauma, mooi te voelen en zich, middels en huid vol getatoeëerde bloemen een nieuwe identiteit te kunnen aanmeten. Over twijfel in een relatie handelt dan weer “Atzoko Gaua” (“gisterennacht”) waarin de onmogelijkheid om de ander ooit echt te kennen aan bod komt, net zoals in “Badakizuia Maritxu” (“weet je Marietje”) over de pijn die je soms moet veroorzaken om je leven een andere wending te geven, met als gevolg vretende twijfel, angst voor het vervolg en hoop op enig geluk, zoals in “Xarma” (“betovering” prachtig en helemaal a cappella gezongen wordt. U merkte het: Thierry Biscary is een man die al één en ander heeft meegemaakt of minstens heeft zien gebeuren. Feit is dat hij het in de loop der jaren allemaal opgemerkt en opgeslagen heeft en dat hij er nu twaalf prachtige liedjes wist over te maken, waarin hij overigens begeleid wordt door een erg subtiel spelend snarentrio, dat geregeld aangevuld wordt met blazers, accordeon én met een batterij heerlijke vrouwenstemmen, wat alles bijeengeteld, een dikke veertig minuten van weerkerend kippenvel garandeert. Of hoe goeie muziek als vanzelf geloofwaardig klinkt en wet te raken, al snap je nauwelijks iets of helemaal niets van waar de zanger het over hebt: je voélt het gewoon. Superplaat ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||